Erelid van Concordia Jan Hofstede
In het rijtje van belangrijke personen voor Concordia mag Jan Hofstede, of zoals de leden hem noemden ‘Ome Jan’, niet ontbreken. Als 14 jarige jongen kwam hij in 1927 bij harmonie Concordia op de klarinet spelen.
Met extra muzieklessen van meester Nelissen werd het meespelen in het ‘grote’ orkest al gauw mogelijk gemaakt. Zijn hart lag bij Concordia waardoor al snel naast het muziek maken extra functies aan hem werden toebedeeld. Vanaf 1942 staat zijn naam al vermeld in het rijtje van bestuursleden. Daarin waren twee periodes van het voorzitterschap, n.l. van 1950 tot 1953 en van 1969 tot 1970. Daarnaast zat hij ruim 28 jaar in het bestuur waarvan vele jaren als secretaris of penningmeester. Ome jan, of in Beltrum ook veel Lange Jan genoemd, heeft jaren lang de 1e-klarinet partij gespeeld. Dat deed hij met zo’n passie dat met een optreden meerde zakdoeken nodig waren om het voorhoofd droog te houden. Je zag hem haast niet anders of met de klarinet of met z’n pijp in de mond.
Zijn enorme precisie en perfectionisme kwamen bijzonder goed van pas bij de reparaties van de blaasinstrumenten. Vooral wanneer een fluit of klarinet gerepareerd of schoongemaakt moest worden, lagen alle losse onderdelen precies op rij en in volgorde op de eettafel in de woonkamer. Je mocht er op afstand alleen naar kijken en zelfs naar wijzen was al verboden. Ook op dezelfde wijze lagen de vele losse onderdelen , zoals polsters, veertjes, pennetjes en boutjes precies op volgorde in het dressoir van de woonkamer waar het zondagse bestek plaats had gemaakt voor deze onderdelen van de blaasinstrumenten.
Op deze manier werden jaren lang de kleine reparaties aan de instrumenten door hem uitgevoerd.
Daarnaast was de keuken van huize Hofstede ook de muziekschool voor Concordia tot 1964. Vele jeugdigen uit Beltrum en omgeving zijn bij Ome Jan in de keuken de beginselen van de blaasmuziek bijgebracht.
Rond 18.00uur begon de wekelijkse les aan de keukentafel waarop zijn broodmaaltijd met een gekookt eitje al klaar stond. Zijn vrouw Tiny en zoon Bennie hadden het eten al op want hij had de ruimte op tafel wel nodig. De hele noot werd vergeleken met het ei op het bord en de halve noot natuurlijk met het halve ei. In de pauze was er een kopje thee en daarna werd het embouchure weer opgekrikt. Geduld , geduld was zijn toverwoord. Toen het aantal leerlingen zo groot werd dat de keuken te klein was, werd uitgeweken naar de kantine van de boterfabriek. Wijlen Theo Maarse, destijds werkzaam bij de ABTB, wist zeker dat Ome Jan wel een ‘silo vol leerlingen’ in de loop der jaren heeft opgeleid. Een van zijn laatste leerlingen was neef Martie Hofstede die toen in 1964 ook als een van de eerste leerlingen les kon volgen bij de muziekschool de Triangel. Na 1964 heeft alleen nog Harrie Ribbers, op de bas, als laatste leerling les van Ome Jan gehad.
In 1967, tijdens de kermis in Voor-Beltrum, kwam Ome Jan met het idee om nog een boerenkapel op te richten die iedere week repeteerde. De al bestaande kapel repeteerde maar een enkele keer per jaar en dat was voor de gewone muzikant niet haalbaar. Dat was het ontstaan van “de Bloasepiep’n “. Al snel waren er voldoende leden bereid om op de vrijdagavond in de kantine van de melkfabriek te repeteren. Onder zijn leiding werd er fanatiek geoefend met natuurlijk koffie in de pauze en een pilsje nadien. Het eerste optreden was in november 1968 in Haarlo bij de Eendracht. Samen met de zingende paters, de Riana’s en de drie economen was er een avond vullend programma en volgden vele optredens.
Ook in 1967 mocht Ome Jan de ere medaille ,in zilver, in de “orde van oranje nassau” ontvangen voor zijn grote verdiensten bij Concordia.
Bijna 64 jaar op zo’n manier lid zijn van Concordia ,is alleen maar mogelijk als je een heel grote liefde voor de vereniging hebt. Alle onderscheidingen die Concordia kent heeft hij dan ook ontvangen, en zoals de toenmalige voorzitter het verwoordde: voor Ome Jan moesten we nieuwe onderscheidingen bedenken.
Op 21 augustus 1991 is Ome Jan overleden.